In 2022 werd de Wet open overheid (Woo) van kracht, waarmee de overheid en diens informatie transparanter worden gemaakt. Door middel van een Woo-verzoek kan overheidsinformatie openbaar worden gemaakt. Dit betekent in principe ook dat een bedrijf een Woo-verzoek kan indienen om informatie over een lopend IT-contract van een concurrent op te vragen. Grote vraag: moet de overheidsinstantie die data ook prijsgeven en zijn er manieren om dit te voorkomen?

Wat is de Woo?

De Wet open overheid (de Woo) is per 1 mei 2022 van kracht gegaan en is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’). De Woo geeft regels voor openbaarmaking, zowel inhoudelijk als procedureel.

Onder de Woo zijn bestuursorganen verplicht om zowel actief (dus op eigen initiatief), als op verzoek van burgers of bedrijven gegevens te openbaren. Een belangrijk onderdeel daarvan is wel het aflakken van bepaalde informatie in een document.

De Wet open overheid is bedoeld om de openbaarheid en transparantie van overheidsinformatie te bevorderen en de verantwoording van de overheid te verbeteren.

Treedt u op als IT-leverancier voor een overheidsorganisatie?

Dan kan zo zijn dat uw concurrent via een Woo-verzoek informatie over uw IT-contract opvraagt bij die overheidsorganisatie.

Gaat de transparantie dan zo ver dat de organisatie gehouden is om die informatie te verstrekken?

Om die vraag te beantwoorden moeten we eerste kijken naar de criteria voor een Woo-verzoek en naar de uitzonderingsgronden voor openbaarmaking.

De criteria voor een Woo-verzoek

In de ‘Rijksbrede instructie voor het behandelen van Woo-verzoeken’ staat dat een verzoek als Woo-verzoek wordt behandeld, als voldaan is aan een vijftal criteria.

  1. Het verzoek is gericht aan een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.

  2. Het verzoek betreft publieke informatie.

  3. Het verzoek betreft publieke informatie die is vastgelegd in één of meer documenten.

  4. De verzoeker hoeft geen belang te stellen. Wel moet duidelijk zijn waar de verzoeker informatie over wenst te ontvangen.

  5. Het verzoek is mondeling, per brief of elektronisch ingediend.

Uitzonderingsgronden voor openbaarmaking

Als er sprake is van een Woo-verzoek, wordt de gevraagde informatie in beginsel openbaar gemaakt. Een verzoek om informatie (of een onderdeel daarvan) wordt alleen afgewezen als er uitzonderingsgronden van toepassing zijn.

De Woo kent absolute en relatieve uitzonderingsgronden.

Bij een absolute uitzonderingsgrond, MOET het verzoek om informatie worden geweigerd. Er is dan geen ruimte voor het bestuursorgaan om een eigen afweging te maken. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de veiligheid van de staat in het geding is of als er bijzondere persoonsgegevens worden opgevraagd.

In de Woo is ook een lijst met relatieve uitzonderingsgronden benoemd, zoals internationale betrekkingen, bescherming van het milieu en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Bij een relatieve uitzonderingsgrond moet het bestuursorgaan het bijzondere belang afwegen tegen het algemene belang van openbaarheid. Weegt het bijzondere belang zwaarder, dan wordt het document niet openbaar gemaakt.

Valt bedrijfsinformatie onder een uitzonderingsgrond?

Op grond van de Woo mag er geen informatie openbaar worden gemaakt als het gaat om bedrijfs- en fabricagegegevens die in vertrouwen aan de overheid zijn medegedeeld. Deze weigeringsgrond betreft een absolute weigeringsgrond, zodat - indien van toepassing - geen belangenafweging plaatsvindt tegen het belang van openbaarmaking.

De parlementaire geschiedenis bij de Woo onderstreept het absolute karakter van deze weigeringsgrond:

“Het gaat immers om gegevens van private bedrijven. Vanuit concurrentieoverwegingen horen deze gegevens niet in de openbaarheid te komen.”

De vertrouwelijkheid van de informatie die aan de overheid is verstrekt, kan bijvoorbeeld blijken uit een expliciete verklaring. Het is echter ook mogelijk dat de vertrouwelijkheid door de verstrekker redelijkerwijs mocht worden aangenomen.

Hoe zit het met bedrijfsinformatie die niet vertrouwelijk is verstrekt?

Andere dan vertrouwelijk aan de overheid verstrekte concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens staat in het lijstje met relatieve uitzonderingsgronden. Deze informatie wordt dus niet geopenbaard als het belang van het beschermen van de gegevens zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid.

Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan informatie die betrekking heeft op het fabricageproces of de strategie van een onderneming. Ook actuele offertes, aanbestedingen, bedrijfseconomische gegevens en andere concurrentiegevoelige gegevens kunnen onder deze uitzonderingsgrond vallen.

Let op!

Heeft u bedrijfs- en fabricagegegevens met een overheidsinstantie gedeeld, maar niet als vertrouwelijk bestempeld?

Dan maakt het bestuursorgaan bij een Woo-verzoek over het lopende IT-contract zelf een belangenafweging. Gaat het belang van openbaarheid dan voor op het belang van de bescherming van de gegevens van de onderneming? Of niet?

De bestuursorganen moeten zorgvuldig afwegen welke informatie kan worden vrijgegeven en welke informatie vertrouwelijk moet blijven.

Wilt u voorkomen dat uw bedrijfs- en fabricagegegevens worden gedeeld via een Woo-verzoek?

Dan adviseren we u om bij het verstrekken van (bedrijfsgevoelige) informatie aan de overheid, deze informatie altijd expliciet als vertrouwelijk te bestempelen. Op die manier valt de informatie onder de absolute uitzonderingsgrond en mag de informatie niet openbaar worden gemaakt.

Op de hoogte blijven van deze en andere ontwikkelingen in ICT-recht?

Abonneert u zich dan op onze nieuwsbrief en ontvang onze blogs automatisch iedere maand in uw inbox.