Onlangs stonden Rijkswaterstaat en Broadcom voor de rechter in een kort geding. Aanleiding? Broadcom wil geen support meer leveren op VMware-producten waarop Rijkswaterstaat een eeuwigdurend gebruiksrecht stelt te hebben. Het overheidsorgaan eist dat het support wordt doorgezet tot de overstap naar nieuwe software is gemaakt. Rijkswaterstaat heeft in het kort geding gelijk gekregen.
Overname VMware veroorzaakt onrust
Rijkswaterstaat (RWS) maakt al jaren gebruik van de virtualisatiesoftware van VMware. Er zijn eeuwigdurende licenties afgenomen en er werd steeds een supportcontract met een looptijd van drie jaar gesloten.
In 2023 nam Broadcom VMware over. Vervolgens stopte Broadcam met het aanbieden van onder meer eeuwigdurende en eenmalige licenties, maar stapte over op een ander licentiemodel. Ook verhoogde het de prijzen van producten aanzienlijk.
De support-overeenkomst van Rijkswaterstaat liep af in juli 2024, waarna uitvraag werd gedaan bij resellers. Deze konden volgens RWS echter geen passende aanbieding doen.
Waarom niet?
Omdat Broadcom het support-contract niet wenste te verlengen. Er werd wel een indicatief aanbod gedaan voor zowel het gebruik als het support van de VMware-producten door RWS. Dit aanbod zou zo’n €18,65 miljoen voor drie jaar kosten.
Belachelijk veel vond Rijkswaterstaat.
Geen medewerking bij verzoek tot exit VMware
Rijkswaterstaat vindt de prijsstijging onacceptabel. In de stukken van de rechtbank staat dat uit onderzoek zou blijken dat de jaarlijkse kosten van de onderzochte producten met 85% stegen in de nieuwe situatie.
Broadcom verlengde de supportovereenkomst nog tijdelijk met een jaar om tot een nieuwe overeenkomst te komen op basis van het abonnementsmodel. Na afloop van dit contract in juli 2025 weigert de techpartij verder support te leveren, als er geen producten worden afgenomen.
In maart 2025 besluit Rijkswaterstaat de producten van VMware op een termijn van twee à drie jaar te willen uitfaseren. Tot die tijd is het overheidsorgaan nog afhankelijk van de huidige virtualisatiesoftware en het support daarop. Daarom vraagt RWS om het support tegen betaling van een redelijke vergoeding te continueren.
Als Broadcom ook dat voorstel afwijst, wordt een kort geding gestart.
Kort geding: rechter geeft Rijkswaterstaat gelijk
De rechter vindt dat Broadcom geen passend voorstel heeft gedaan aan Rijkswaterstaat. De prijsstijgingen zijn aanzienlijk en Broadcom heeft niet aannemelijk kunnen maken dat deze redelijk zijn.
In de uitspraak valt ook het volgende te lezen:
“Het argument dat Broadcom nu eenmaal haar portfolio heeft gewijzigd en dat sprake is van een mogelijke toekomstige waardecreatie voor RWS, is in dit verband weinigzeggend en onvoldoende om in dit kort geding de indruk te wekken dat Broadcom met voldoende zorgvuldigheid omgaat met RWS.”
De rechter oordeelt dat Broadcom nog maximaal twee jaar ondersteuning moet bieden aan RWS, waaronder beveiligingsupdates, onderhoud, bug- en beveiligingsfixes en technische ondersteuning.
Welk prijskaartje definitief zal hangen aan de voorzetting van support door Broadcom volgt uit de bodemprocedure of een alsnog te treffen regeling.
Houdt Broadcom zich niet aan het vonnis?
Dan moet er een dwangsom betaald worden van 250.000 euro per dag, tot een maximum van 25 miljoen euro.
Op de hoogte blijven van deze en andere ontwikkelingen in ICT recht?
Abonneert u zich dan op onze maandelijkse nieuwsbrief en ontvang onze blogs automatisch in uw mailbox.