Om belastingontduiking via digitale platforms op Europees niveau aan te pakken, werd in 2021 de nieuwe richtlijn DAC7 aangenomen. In 2024 zijn bepaalde digitale platforms voor het eerst verplicht om over het kalenderjaar 2023 te rapporteren. Ze moeten aan de Belastingdienst informatie verstrekken over verkopers en de via het digitale platform gegenereerde inkomsten.

Wat houdt de richtlijn DAC7 in?

In 2021 nam de Raad van de Europese Unie de richtlijn DAC7 aan. Deze richtlijn betreft de administratieve samenwerking tussen belastingdiensten in verschillende EU-lidstaten op het gebied van de digitale economie.

Waarom DAC7 is aangenomen?

Het komt geregeld voor dat verkopende partijen op digitale platforms hun belasting niet of in de verkeerde EU-lidstaat opgeven. Het doel van deze richtlijn is om deze bedoelde of onbedoelde belastingontduiking via digitale platforms te voorkomen.

Dankzij de DAC7 krijgen belastingautoriteiten binnen de hele EU toegang tot relevante belastinginformatie. Bepaalde digitale platforms zijn namelijk verplicht om informatie over verkopende partijen te verstrekken. De gedachte is dat er zo meer transparantie ontstaat met betrekking tot de activiteiten die via digitale platformen lopen. Inkomsten kunnen daardoor worden belast in de EU-lidstaat die daar recht op heeft.

DAC7 is vorig jaar in Nederland geïmplementeerd met de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie.

Welke digitale platforms moeten rapporteren onder de DAC7?

Allereerst wordt onder een platformexploitant in de DAC7 een entiteit verstaan, die een overeenkomst sluit met verkopers waarin is vastgelegd dat de exploitant het platform geheel of gedeeltelijk beschikbaar stelt aan de verkopers om een relevantie activiteit te verrichten.

Is een digitaal platform van een platformexploitant fiscaal ingezetene van een EU-lidstaat?

Dan is deze rapportage plichtig volgens de DAC7.

Is een digitaal platform van een platformexploitant geen fiscaal ingezetene, maar:

  • wel opgericht volgens de wetgeving van een EU-lidstaat;

  • is de (werkelijke) leiding van het platform gevestigd in een EU-lidstaat;

  • heeft een vaste inrichting in een EU-lidstaat; of

  • heeft verkopers die relevante activiteiten verrichten op het platform die EU-nexus hebben (dit betekent dat ze ofwel EU-ingezetene zijn, ofwel onroerend goed verhuren dat zich bevindt binnen de EU).

Dan is ook in die gevallen een platform verplicht om gegevens over verkopers die gebruikmaken van hun digitale platform te verzamelen, te verifiëren en te rapporteren. Voor de zekerheid kunt u ook een platformcheck doen om te controleren of u wel of niet onder de verplichtingen van de DAC7 valt.

Let op!

Er is GEEN sprake van een digitaal platform in de zin van de DAC7 als deze alleen gebruikt wordt om:

  • betalingen te verwerken voor een relevante activiteit;

  • te adverteren voor een relevante activiteit; of

  • gebruikers door te verwijzen naar een platform, zoals bij zoekmachines.

Wat verstaat de DAC7 onder een verkoper?

Een digitaal platform moet volgens DAC7 gegevens verzamelen en verstrekken aan de belastingautoriteiten (voor Nederland is dat de Belastingdienst) over verkopers die gebruikmaken van hun platform.

Een verkoper is:

  • een natuurlijk persoon of entiteit, die ingezetene is van een EU-lidstaat; of

  • die een onroerende zaak verhuurt die in een EU-lidstaat is gelegen en ook geregistreerd staat op het platform.

Een verkoper verricht volgens de DAC7 relevante activiteiten: hij verkoopt goederen, verleent persoonlijke diensten, verhuurt onroerende zaken of transportmiddelen.

Let op!

Het maakt voor de rapportageplicht niet uit of een verkoper als ondernemer of als particulier gebruik maakt van het platform. Het is ook niet relevant of de verkopende partij winst of verlies maakt.

Over bepaalde categorieën verkopers hoeven digitale platformexploitanten overigens niet te rapporteren. Het gaat dan onder meer om overheidsinstanties, beursgenoteerde ondernemingen en verkopers die tijdens de rapportageperiode minder dan 30 relevante activiteiten hebben verricht met een tegenwaarde van minder dan € 2.000. Deze laatste categorie geldt overigens alleen voor verkopers van goederen.

Welke verplichtingen gelden er voor digitale platforms?

Digitale platforms moeten sinds 1 januari 2023 een proces in werking hebben waarmee ze verkopers kunnen identificeren. Vanaf januari 2024 kunnen platformexploitanten de gegevens en inlichtingen over verkopers doorgeven via Digipoort.

In 2024 moeten ze voor het eerst een rapportage indienen over het kalenderjaar 2023, die uiterlijk 31 januari 2024 moet worden ingediend. Deze jaarlijkse rapportage bevat relevante gegevens over de verkoper en diens activiteiten en transacties. Onder die gegevens vallen onder meer:

  • voor- en achternaam of handelsnaam, en adresgegevens van de verkoper;

  • de totale tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd per kwartaal;

  • het fiscale identificatienummer van de verkoper (bsn, RSIN) met vermelding van de lidstaat waar dit nummer is afgegeven;

  • het aantal activiteiten waarvoor is betaald of gecrediteerd;

  • informatie over de adresgegevens van de onroerende zaak en het kadasternummer als de verkoper een onroerende zaak in de EU verhuurt; en

  • de identificatiecode van de betaalrekening van de verkoper.

De rapportageverplichting geldt zowel voor grensoverschrijdende als voor niet-grensoverschrijdende activiteiten.

Kijk voor meer informatie over de verplichtingen van platformexploitanten op de site van de Belastingdienst.

Nog goed om te weten.

Een digitaal platform hoeft de gegevens maar aan één EU-lidstaat te rapporteren. In Nederland dus via de Belastingdienst. Via een centraal beveiligd systeem van de Europese Unie wordt deze informatie waar nodig uitgewisseld met andere EU-lidstaten.

Blijf op de hoogte!

Op de hoogte blijven van deze en andere ontwikkelingen in ICT Recht? Meldt u zich dan nu aan voor onze maandelijkse nieuwsbrief.